We verlaten de stad op weg naar de Japanse Alpen. Gedurende de treinreis maakt de stad plaats voor rijstveldjes en de rijstveldjes maken plaats voor bergen. Dat Japanse treinen geen vertraging hebben is een broodje aap. Door een vertraging van 10 minuten missen we een overstap en komen we anderhalf later aan. Maar wat maakt het uit? Tijd genoeg.
Takayama is de eerste bestemming. Van oudsher een ‘bovenstad’ met kasteel en tempels, en een benedenstad met sake- en bierbrouwerijen.
Ons hotel (eigenlijk ryokan) zit in de bovenstad, waar een oeroude weg nog steeds een tiental tempels en begraafplaatsen verbindt. Er loopt een wandeling langs die eindigt in een park.
Een ryokan, waar we in sliepen, is een traditioneel japans familiehotel meestal voorzien van een badhuis (onsen). Geen stoelen en bedden, maar zitmatjes en slaapmatten (futons), die in de kast liggen en je op de rieten vloer moet leggen als je wil slapen. Niet bepaald comfortabel, maar wel leuk om mee te maken.
En dan de rituelen rond het schoeisel: als je de ryokan binnenkomt, schoenen uit en spekgladde te kleine pantoffels aan. Je komt er bijna de trap niet mee op zonder dat je eruit glijdt… Als je toch heelhuids de kamer bereikt hebt, moeten ook de pantoffels uit, op de rieten matten geen pantoffels! Dan zijn we er nog niet, want voor het toilet heb je weer aparte pantoffels, die je bij de deur van de wc moet aantrekken.
Op de kamer liggen Kimono’s klaar. Vooral bedoeld om aan te trekken naar het bad, maar je kan ze ook gewoon aan met dineren of een rondje buiten.
De ryokan is inclusief eten en wat voor eten! Enorm uitgebreid en tot in het detail perfect. Tientallen losse bakjes en schaaltjes met van alles en nog wat. Ingelegde groente, sashimi van vis, garnaal, inktvis en vlees. Tempura, soepje, tofu etc. Daarnaast nog een kooktoestelletje die mals vlees of shabu-shabu bereidde. Zowel ‘s morgens en ‘s avonds zo’n feestmaal. Al moet ik zeggen, na 6 dagen waren we blij dat we weer iets anders konden eten, ondanks dat het elke dag verschillend was. Die maaltijden werden gegeten in verschillende ‘eetkamers’. Aan een lage tafel op de grond zittend (pantoffels uit).
De volgende dag mooi weer, dus op pad: Kamikochi. Anderhalf uur met de bus (maar liefst € 50,00) om daar te komen. Het is daar adembenemend mooi, mede door het uitzicht op de besneeuwde Alpentoppen.
Net als honderden anderen ondernemen we de voettocht langs de rivier, deels over vlonders deels over voetpaden. Lichaam weer losmaken na die slaapmatjes en eten aan die lage tafels. Halverwege steken we de rivier over via een hangbrug en daar zien we een enorme groep aapjes diezelfde brug gebruiken, samen met ons over de brug, of via de touwen onder de brug.
In Takayama waren beren gezien, dus overal waarschuwingsbordjes. In het park stonden overal blikken met een stok eraan. Het is de bedoeling dat passanten daar even flink op rammen, om eventuele beren te verjagen. Velen hadden ook belletjes bij zich die beren uit de buurt zouden houden, vooral wandelaars. Dus ook wij hebben belletjes gekocht, aan de tas gebonden, en al klingelend als een Kerstman rondgelopen…
Op drie kwartier lopen het Hida-dorp, een soort openlucht museum met de oorspronkelijke huizen van de omgeving. Bijzonder zijn de daken, die in de winter vele meters sneeuw moesten kunnen houden. Uiteraard de nodige oude ambachten, waaronder het kweken van de zijderups, wat ze op zolder deden.
Op de terugweg nog een souvenir gekocht in een klein winkeltje met een oud vrouwtje. Ze wilde het een beetje verpakken en zocht een papiertje en zakje. Laatje met papiertjes ging open en ze is minuten lang bezig om het juiste papiertje en zakje te vinden. Vele worden getest, op verschillende manieren. Diagonaal, horizontaal, overdwars, ander zakje, ander papiertje. Uiteindelijk alsnog halfslachtig in een papiertje gevouwen en in een oud zakje gestopt. Daarna afrekenen: ze had geen wisselgeld, dus ze ging even bij de buren wisselen. Ik weet niet waar ze geweest is maar kwam 10 minuten later terug met een zakje nootjes en wisselgeld. We kregen het wisselgeld en een half zakje nootjes mee…
Na Takayama (kregen een foto mee van ons die het hotel had gemaakt) gingen we met de trein naar Tsumago. Een mini dorpje op een uurtje lopen van het station. De baggage hadden we vast naar het volgende hotel gestuurd. De Ryokan in Tsumaga had maar 4 kamers dus lekker kleinschalig. Kabbelend beekje, mini kamertje. Helemaal goed. ‘s Avonds even rongelopen in het sfeervolle dorpje, verlicht met authentieke lantaarns aan de huizen.
Dit is het Japan zoals we dat voorstellen! Prachtig. En ook goede matrasjes! Het kan dus wel, lekker liggen op een futon.
De volgende dag naar Magome gelopen, naar ons volgende verblijf. 2 uur bergop, één uur bergaf. Daarom loopt iedereen hem dus van Magome naar Tsumago, en niet anderom zoals wij…
In Magome is verder weinig te doen dus we besluiten een dagje eerder dan geplanned naar Tokyo te gaan.