Category Archives: algemeen

Tokyo (2)

Aan het begin van de reis weinig van Tokyo gezien, omdat we wegens een cycloon naar Hiroshima zijn gereisd. Dat halen we nu in met maar liefst 4 dagen in Tokyo.
Ons hotel is een ‘robothotel’. Achter de balie van de receptie staan inderdaad twee robots ons te woord.

Nou ja, te woord… van enige interactie is geen sprake, ze spreken alleen uit wat de incheck-automaat meldt. We hadden toch een medewerker van vlees en bloed nodig om te zorgen dat we niet halverwege van kamer moesten wisselen, want we hadden twee losse reserveringen voor de 4 dagen.
Zoveel te zien en te doen in deze megapool en zonder plan zien we wel wat de dagen brengen. De eerste dag nogal wat regen dus zijn we naar een winkelstraatje en shopping hall in de wijk Asakusa gegaan. Niet te verwarren met Akasaka, de wijk waar ons hotel staat. Door het fantastische openbaar vervoer in Tokyo zijn we steeds in no-time waar we zijn willen. Die Metrostations kunnen honderden meters lang zijn, compleet met winkels, eettentjes boekwinkeltjes etc. Onder station Asakusa een oud gangetje gevonden waarbij je via een noodle tentje in een duister onderhouds gangetje komt, waar de leidingen over het plafond lopen. Ook hier eettentjes, dokters, kappers, een sake winkeltje en een waarzegger.

Uiteindelijk bij de ‘Tokyo Skytree’ uitgekomen, die ruim 600 m hoog is. Bij grauw weer toch geen uitzicht, maar er was daar wel een aquarium. Een enorme hoeveelheid verschillende kwallen, en bad vol pinguins, roggen, haaien etc. Onverwachts leuk.
De volgende dag maar weer eens een park, na het aquarium kan er ook nog wel een dierentuin bij, even een uurtje doorheen geslenterd. ‘s Avonds nog even naar de wijk Shibuya geweest om het ‘drukste zebrapad’ mee te maken.
Zodra alle voetgangers lichten op groen gaan, bewegen honderden mensen zich kriskras door elkaar naar alle kanten van het kruispunt. Als rood in zicht komt, komen een tiental agenten in actie door luid fluitend, schreeuwend en met stokken zwaaiend iedereen weer aan de kant te krijgen.

Op straat lekker druk en vele zijn verkleed in Halloween kostuum, terwijl Halloween pas de volgende dag is. Vast even oefenen misschien?

Op een van de avonden naar de ‘Tokyo Mega Illumination’ gegaan. Een evenement waarbij een (paarden) renbaan omgetoverd is tot een feeërieke omgeving van gekleurde LEDjes. Japanse rijsvelden, bloemenvelden, tunnels. Alles flonkelend met miljoenen LEDs. Groots opgezet zoals dat alleen in een stad als Tokyo kan. Mede door de chillout muziek een oase van rust in de stad.

Rijstvelden..


Honger gekregen, en in Tokyo is eten nooit ver weg. Onder de sporen van de verhoogde rails van de trein nabij Yurakucho zijn vele restaurantjes. Trapje naar boven en schoenen uit. Gezellige sfeer en een wirwar van hokjes. Op de verhoogde vloer werden we naar ons eigen kamertje geleid, afgescheiden met rieten rolgordijntjes. In ons hokje zitkussentjes op de vloer terwijl onze benen in een kuil onder tafel konden bungelen. Genoten van kip-stokjes terwijl de treinen over onze hoofden denderden. Die kipstokjes zijn niet uitsluitend filets zoals bij ons, maar alles van de kip. Lever, nier, huid, maag, tot kraakbeen (jak!) aan toe.

De laatste dag een van de hoogtepunten van onze reis: een ‘digital art’ museum. Een gezelschap van kunstenaars, animatoren, wiskundigen, en architecten hebben dit opgezet met de bezoeker en verandert continue. Vele ruimtes die in elkaar overlopen, of achter gordijnen schuilgaan. een absoluut technologisch hoogstandje. een onbeschrijfelijke ervaring.

Elke wijk en plek in Tokyo is zo anders….

Akihabara
Gundam
Shopping mall in Italiaanse stijl

Japanse Alpen

We verlaten de stad op weg naar de Japanse Alpen. Gedurende de treinreis maakt de stad plaats voor rijstveldjes en de rijstveldjes maken plaats voor bergen. Dat Japanse treinen geen vertraging hebben is een broodje aap. Door een vertraging van 10 minuten missen we een overstap en komen we anderhalf later aan. Maar wat maakt het uit? Tijd genoeg.
Takayama is de eerste bestemming. Van oudsher een ‘bovenstad’ met kasteel en tempels, en een benedenstad met sake- en bierbrouwerijen.

Ons hotel (eigenlijk ryokan) zit in de bovenstad, waar een oeroude weg nog steeds een tiental tempels en begraafplaatsen verbindt. Er loopt een wandeling langs die eindigt in een park.

Een ryokan, waar we in sliepen, is een traditioneel japans familiehotel meestal voorzien van een badhuis (onsen). Geen stoelen en bedden, maar zitmatjes en slaapmatten (futons), die in de kast liggen en je op de rieten vloer moet leggen als je wil slapen. Niet bepaald comfortabel, maar wel leuk om mee te maken.
En dan de rituelen rond het schoeisel: als je de ryokan binnenkomt, schoenen uit en spekgladde te kleine pantoffels aan. Je komt er bijna de trap niet mee op zonder dat je eruit glijdt… Als je toch heelhuids de kamer bereikt hebt, moeten ook de pantoffels uit, op de rieten matten geen pantoffels! Dan zijn we er nog niet, want voor het toilet heb je weer aparte pantoffels, die je bij de deur van de wc moet aantrekken.
Op de kamer liggen Kimono’s klaar. Vooral bedoeld om aan te trekken naar het bad, maar je kan ze ook gewoon aan met dineren of een rondje buiten.

De ryokan is inclusief eten en wat voor eten! Enorm uitgebreid en tot in het detail perfect. Tientallen losse bakjes en schaaltjes met van alles en nog wat. Ingelegde groente, sashimi van vis, garnaal, inktvis en vlees. Tempura, soepje, tofu etc. Daarnaast nog een kooktoestelletje die mals vlees of shabu-shabu bereidde. Zowel ‘s morgens en ‘s avonds zo’n feestmaal. Al moet ik zeggen, na 6 dagen waren we blij dat we weer iets anders konden eten, ondanks dat het elke dag verschillend was. Die maaltijden werden gegeten in verschillende ‘eetkamers’. Aan een lage tafel op de grond zittend (pantoffels uit).

De volgende dag mooi weer, dus op pad: Kamikochi. Anderhalf uur met de bus (maar liefst € 50,00) om daar te komen. Het is daar adembenemend mooi, mede door het uitzicht op de besneeuwde Alpentoppen.

Net als honderden anderen ondernemen we de voettocht langs de rivier, deels over vlonders deels over voetpaden. Lichaam weer losmaken na die slaapmatjes en eten aan die lage tafels. Halverwege steken we de rivier over via een hangbrug en daar zien we een enorme groep aapjes diezelfde brug gebruiken, samen met ons over de brug, of via de touwen onder de brug.

In Takayama waren beren gezien, dus overal waarschuwingsbordjes. In het park stonden overal blikken met een stok eraan. Het is de bedoeling dat passanten daar even flink op rammen, om eventuele beren te verjagen. Velen hadden ook belletjes bij zich die beren uit de buurt zouden houden, vooral wandelaars. Dus ook wij hebben belletjes gekocht, aan de tas gebonden, en al klingelend als een Kerstman rondgelopen…

Op drie kwartier lopen het Hida-dorp, een soort openlucht museum met de oorspronkelijke huizen van de omgeving. Bijzonder zijn de daken, die in de winter vele meters sneeuw moesten kunnen houden. Uiteraard de nodige oude ambachten, waaronder het kweken van de zijderups, wat ze op zolder deden.

Op de terugweg nog een souvenir gekocht in een klein winkeltje met een oud vrouwtje. Ze wilde het een beetje verpakken en zocht een papiertje en zakje. Laatje met papiertjes ging open en ze is minuten lang bezig om het juiste papiertje en zakje te vinden. Vele worden getest, op verschillende manieren. Diagonaal, horizontaal, overdwars, ander zakje, ander papiertje. Uiteindelijk alsnog halfslachtig in een papiertje gevouwen en in een oud zakje gestopt. Daarna afrekenen: ze had geen wisselgeld, dus ze ging even bij de buren wisselen. Ik weet niet waar ze geweest is maar kwam 10 minuten later terug met een zakje nootjes en wisselgeld. We kregen het wisselgeld en een half zakje nootjes mee…

Na Takayama (kregen een foto mee van ons die het hotel had gemaakt) gingen we met de trein naar Tsumago. Een mini dorpje op een uurtje lopen van het station. De baggage hadden we vast naar het volgende hotel gestuurd. De Ryokan in Tsumaga had maar 4 kamers dus lekker kleinschalig. Kabbelend beekje, mini kamertje. Helemaal goed. ‘s Avonds even rongelopen in het sfeervolle dorpje, verlicht met authentieke lantaarns aan de huizen.

Dit is het Japan zoals we dat voorstellen! Prachtig. En ook goede matrasjes! Het kan dus wel, lekker liggen op een futon.

De volgende dag naar Magome gelopen, naar ons volgende verblijf. 2 uur bergop, één uur bergaf. Daarom loopt iedereen hem dus van Magome naar Tsumago, en niet anderom zoals wij…

In Magome is verder weinig te doen dus we besluiten een dagje eerder dan geplanned naar Tokyo te gaan.

Kyoto

De stad van de duizend tempels. Wat doe je in zo’n stad? De beste uitkiezen. Met dank aan Noshida Kitaro, een japanse filosoof waarnaar een pad vernoemd is die hij elke dag naar de universiteit liep. Het twee kilometer lange ‘Philosopher’s path’. Langs een kanaaltje en vooral langs een aantal van de mooiste tempels en tuinen van Kyoto.

Het was nogal regenachtig, dus we namen de bus. Bij elke halte werden we weer toegesproken door de chauffeurs met een grafstem die niet zou misstaan in ‘the Adams Family’, alsof het ons laatste ritje zou worden..

Het gebruik van de bus in de stad is supersimpel, we hebben een soort OV chipkaart en hoeven dus niet allerlei kaartjes te kopen. Wel keurig in de rij bij de halte, en achter instappen, in een veel te volle bus.

Op een van de drukste haltes stonden een tweetal ‘assistenten’. Eén met verrekijker die aankomende bussen spotte en vroeg welke bus je moest hebben. Bij de juiste bus dirigeerde hij je in de rij. De tweede assistent leek als voornaamste taak te hebben om je te motiveren daadwerkelijk in te stappen. In onze ogen vrij overbodig maar zij namen het zeer serieus.

De volgende ochtend de beroemde Gouden tempel bezocht. De bovenste twee verdiepingen zijn verguld. Helaas geen zon, maar zonder zon ook mooi.

Op een kwartiertje lopen van ons verblijf een overdekte markt. Bekend van streetfood, dus dat moesten we testen. Van deegballetjes met inktvis tot sprinkhanen. Alles even lekker!

We hadden deze keer een studio appartementje in plaats van een hotel, super relaxed en van alle gemakken voorzien. Overal bedieningpaneeltjes met Japanse tekens, die als je ze indrukte terug gingen praten… Gelukkig wel een boekje met engelse aanwijzingen waar je vooral niet op moest drukken. Eigen wasmachine is super, en de badkamer was tevens een droger. De ventilatie had een speciale stand die warme droge lucht door de badkamer joeg zodat je was in no-time droog is!

Een dagje de wijk Gion ingeweest, de wijk van de Geishja’s. Oude theehuizen en zowaar nog een paar echte Geisja’s gespot.

De laatste dag naar Nara. Een uurtje met de trein naar een plaatje met 1200 loslopende hertjes. In vroegere tijden waren ze heilig, en nu onlosmakelijk verbonden met Nara en lopen vrij rond in en rond het park en tempels. Ze buigen zelf voor je.

De dag afgesloten met onze favoriete manier van Japans eten: de grillplaat!

NaoShima

Bewust of onbewust komen we elke reis wel op een eiland terecht. NaoShima is deze reis het uitverkoren eiland. Relatief klein, ongeveer 3 bij 10 km. Guesthouse op de hoek van een klein haventje met uitzicht over zee. Dat de bootjes om 4:00 de motoren starten om uit te varen hadden we van te voren niet bedacht en moeten we maar voor lief nemen.

Dit eiland gaat om kunst. Icoon van het eiland zijn een tweetal pompoenen met stippen. Met als gevolg: bussen met stippen, paaltjes met stippen noem maar op….

In een klein dorpje zijn een zestal huizen omgebouwd tot kunstwerken. Sommige traditioneel, sommige vernieuwend. Daarnaast nog enkele geweldige musea, waarbij bij de meeste het museum zelf onderdeel is van het kunstwerk. Ik kan het niet beschrijven, dit moet je ervaren. Perfectionitisch minimalisme? Daarnaast ook buiten ‘in het wild’ veel sculpturen. Het eiland is klein genoeg om al wandelend alles te ervaren.

Kurashiki

Na ons onverwachte uitstapje naar Hiroshima, weer het oorspronkelijke plan opgepakt: Kurashiki. Ligt niet al te ver van Hiroshima, en we stonden rond de middag op het station. Kwartiertje lopen naar het hotel, er stond een groot hotelgebouw dat er veelbelovend uitzag. Ons hotel zat er naast.. een stuk minder mooi.. Vlakbij een kruispunt waar wat vogelgeluiden vandaan komen. Een soort continue achtergrondgelud op onze hotelkamer. Dat blijken geluidjes te zijn voor blinden. Elke richting zijn eigen geluidje. Na twee dagen niet meer uit je hoofd te krijgen..

Het oude hart van Kurashiki wordt gevormd door een gracht van 200 meter, met daarlangs oude oorspronkelijke japanse rijstpakhuizen en kleine straatjes. Erg pittoresk als er geen hordes (vooral Japanse) touristen op af zouden komen. Wel mooi maar tegelijk ook een soort Volendam. Behalve tijdens mijn ochtendrondje voordat de bussen komen:

Verschillende bewoners zijn behoorlijk rijk geworden van de handel in textiel en rijst, en één ervan was een verzamelaar van Europese kunst. Dat is nu een museum die we heben bezocht met indrukwekkende namen als Picasso, El Greco, Gauguin, Monet, Matisse. Onverwacht in Japan.

Tussen alle toeristenshopjes een ‘Uilenbos’. Twee trappen naar boven en dan sta je in een kamer met nepbomen en een stuk of 15 echte uilen die je mag aaien…( ik denk dat ze liever slapen overdag maargoed..)

De Japanners hebben wel een ‘bijzondere’ band met dieren. Dit soort plekken heb je met katten (kittens), puppies en egels. Tegelijk vertroetelen ze hun eigen huisdieren. Hondjes hebben kleedjes aan en worden in een soort kinderwagen vervoerd.

Het is hier ook een perfecte omgeving om je te verkleden en in je outfit op de foto te gaan.

Een gracht kan niet zonder boottocht, en hier is dat de gondel. Niet gehinderd door de korte lengte van 200 meter, varen ze tergend langzaam om er toch nog iets van te maken. Wel verplicht een rijsthoed op.

‘s Avond op zoek naar een restaurant die we zagen op Tripadvisor. Niet te vinden. Adres dubbelchecken en toch maar de schuifdeur opzijgeschoven van het houten huisje op dat adres. Blijkt er zowaar een piepklein restaurantje achter die deur te zitten. Vol natuurlijk, maar we worden twee deuren verder in een soortgelijk restaurant op een krukje gezet en na een kwartiertje opgehaald. Daarna geweldig gegeten. Spiesjes met kip groente en geen idee wat nog meer, van de grill. Smullen!

Maleisië – Ulu Muda

Na een uurtje of twee in de taxi worden we afgezet bij een houten hutje aan het water. Even verderop een eetstalletje, daar zijn we maar even heengehobbeld. Een blik in de keuken, groffe schatting van het aantal vliegen, en we besluiten om maar een instant noodle soepje te nemen. Ondertussen komt onze gastheer Hymeir met on zijn kielzog twee Amerikaanse meiden, een fotograaf en een journalist. De meiden geven een jaar les op een lokale school. De journalist en fotograaf doen een kort interview met Hymeir en gaan weer. Wij worden verdeeld over kleine houten bootjes en zijn onderweg! Nog een uurtje of twee varen over een zeer ondiepe rivier. Af en toe zit het bootje vast maar door de zanderige bodem kan je makkelijk uitstappen en hem weer loswrikken.

image

Zo komen we uiteindelijk aan in de lodge. De bungalowtjes zijn erg basic. De enige ‘ luxe’ is een koude douche. De kapok matrassen zijn hard en hobbelig.

image

De Lodge blijkt niet veel gasten te hebben. De laatste zijn een paar weken geleden vertrokken en na ons duurt het weer een paar weken tot er weer nieuwe zijn. De lodge is in de tussentijd leeg en moest dus even opgestart worden. Hymeir vertyelt dat de olifanten af en toe wat komem slopen, maar deze keer hebben ze de boel heelgehouden. In de verte horen we ze. Dit is een van de weinige plaatsen in Maleisië waar wilde olifanten voorkomen.
Hymeir is een fanatiek vogelaar en bij bijna elk geluid van een vogel onderbreekt hij zijn zin en tuurt naar boven. Vooral Hornbills wekken zijn interesse. Niet vreemd, het zijn prachtige kleurrijke vogels met een enorme oranje-rode snavel. Zie foto in mijn blog over Kuala Lumpur.

image

[youtube width=”600″ height=”400″]https://www.youtube.com/watch?v=UWSOk5fjwis[/youtube]

Die avond gaan we met de bootje de rivier op om de olifanten te spotten. We horen ze even verderop, maar we kunnen daar niet blijven,  het risico is dat ze de rivier oversteken en ons verpletteren. We kunnen niet snel genoeg wegkomen in het ondiepe water. Helaas zien we verder geen olifanten, maar wel wat zwarte schimmen in de bomen. Hymeir vertelt ons enthousiast welke vogels dat zijn.
Hymeir is conservator van dit stuk jungle en een bevlogen grot onderzoeker. Hij heeft (na verhalen van de lokale bevolking) een grot ontdekt en daar gaan we vandaag een wandeling naartoe maken. Bloedzuigersokken aan, insektenmiddel op en dan kunnen we. Twee uur zweten en puffen in deze tropische maar mooie omgeving om bij de grot te komen. Het was de moeite waard. Een mooie oorspronkelijke grot waar hij veel over kan vertellen.

image

image

Onderweg komen we bizarre insecten tegen, met een soort slurf met rode punt…

image

De terugweg leek zwaarder dan de heenweg en we komen uitgeput aan. Tijd voor sap met bananen cake.
‘s Avonds gaan we weer met de bootjes op zoek naar olifanten, met dit keer meer succes. We spotten een groep van 7 olifanten, lekker aan het eten aan de waterkant. Fototoestellen klikken, een schreeuw van de meiden, iedereen schrikt op. Bleek slechts een kikker in het bootje gesprongen te zijn.

[youtube width=”600″ height=”400″]https://www.youtube.com/watch?v=PDXxWn_SaDI[/youtube]

image

image

Daarna een welverdiend maal. De koks/kapiteins/staff kookt normaal Aziatisch, maar Hymeir heeft ze geleerd spaghetti a la bolognese te maken. Lekker voor de afwisseling, maar de koks zelf hoeven die westerse kost niet.
De laatste dag vertrekken de meiden en blijven alleen wij over. We laten ons die dag in een autoband rustig afglijden in de rivier en laten het oerwoud tot ons komen. Onderweg spotten we nog wat Hornbills.
Daarna wat ze hier noemen: Free and easy……

image

China – Shanghai

Een dagje regen, dus tijd om het blog bij te werken. We zijn met de hogesnelheidslijn van Hangzhou naar Shanghai gereisd. Het reizen werkt hier toch wel anders, lijkt meer op vliegen.
Voordat je het station binnenkomt wordt je bagage gecheckt. Vervolgens moet je in een lange rij om kaartjes te kopen. Legitimeren, en zelfs je paspoortnummer wordt op je kaartje gezet. Hierna moet je naar de wachtruimte die bij jouw perron hoort. Ongeveer een kwartier van te voren wordt je kaartje gecontroleerd en mag je het perron op. Als de (enorm lange) trein er staat kan je in jouw wagon instappen, anders moet je keurig in de rij staan op de plek waar jouw wagon gaat stoppen. Dit is overigens een van de weinige dingen die de Chinezen keurig gedisciplineerd doen.
Die treinstations zijn trouwens enorm. In Shanghai formaatje Arena zeg maar.
In Shanghai zitten we op de bovenste etage (17e) van een wat gedateerde toren van een hotel. Slechts een lift die ook een keer stuk was.
image

Shanghai zelf is een Megastad met meer inwoners dan Nederland. We zaten in het centrum en hebben dus maar een heeeel klein stukje gezien.
image

image

image

image

Naar de ‘oude stad, gegaan, waar iedereen lekker zijn ding doet. Was ophangen, eten koken, en allemaal shoppies met eten en allerlei spul. Midden in dit oude deel zit een gerenoveerd tempelcomplex.
image

Deze thee gaat als een bloem open. Erbij krijg je onder andere in thee gekookte kleine eitjes, erg lekker. Ook wat tofu en niet te plaatsen snoepjes.
image

Hierboven het theehuis. Van al die thee heb je op een gegeven moment een wc nodig. Geen enkel theehuis, restaurant of bar heeft die echter. Je bent aangewezen op openbare toiletten, niet heel fris, maar er zijn er wel redelijk veel.
image

In een park zien we een vrijgezellenmarkt. Op de paraplu’s staan de ‘technische gegevens’ van de beteffende vrijgezellen. Lengte, gewicht, opleiding, geboorteteken etc.
image

Een favoriete hobby van de Chinezen is selfies maken, waar kan dat beter dan in een van de vele mooie parken en tuinen.
image

China – Hangzhou

Eindelijk op weg, in een vliegtuig vol met chinezen. Enkele Hollandse koppies, maar Hangzhou is blijkbaar geen populaire bestemming voor ons. Een Chinees bekeek aandachtig de afvalbak met gescheiden compartimenten, ogenschijnlijk onder de indruk van ons afvalsysteem. Niet dus, na een tijdje liet hij een flinke kwat vallen in de restafval… Das waar ook, Chinezen spugen te pas en te onpas. Overigens valt dat hier in China best mee.

image

Dat Hangzhou een niet zo populaire bestemming is, is ten onrechte. De highlight is een groot meer, met daaromheen fraaie parken, met vijvers en theehuisjes. Mooi begin van China. Een wat druilerige dag, dus eerst treinkaartjes en geld geregeld. Ondanks de logo’s zijn de geldautomaten niet blij met onze passen, de eerste gaf na een spannende 5 minuten denktijd mijn pas uiteindelijk weer terug. Een verdere zoektocht bracht ons wel in een mooi oud stukje van Hangzhou. Oude houten huisjes met winkeltjes. Ook een leuk klein eetstraatje met in het midden tafeltjes, en aan beide kanten loketjes waar je eendesnafels, kippentenen, spies met inktvis enzo kon halen. Wij hielden het bij een bakje noodles die verrassend lekker was. 

image

Die avond na een voorstelling op het meer geweest. West lake impression. Ze hebben in het meer, een paar centimeter onder water een podium gebouwd. Lichteffecten kan je wel aan de Chinezen overlaten, en het was een spectaculaire voorstelling.

image

De volgende dag een beetje rondgekuierd, het was inmiddels beter weer geworden.

image

image

image

Daarna: op naar Shanghai.