Tag Archives: Oeganda

Oeganda – Queen Elisabeth naar Mburo Lake

We trekken langzaam weer naar het zuiden, nu aan de westkant. In het noorden kan je zomaar twee uur rijden zonder een andere auto tegen te komen. Daar zwaaien kinderen (en sommige volwassenen) nog naar elke auto die voorbijkomt.
De wegen worden nu drukker, vooral oudere auto’s en door totale afwezigheid van emissienormen is frisse lucht op die wegen ver te zoeken. Het verkeer is voornamelijk voor transport, privé auto’s zijn er niet veel. Fietsen, motoren, koeien, geiten, vrachtauto’s, minibusjes en heel veel lopend. Bananentrossen en andere oogst hoog op fietsen en motoren opgestapeld. Iedereen gebruikt dezelfde weg.

We komen aan in het volgende natuurpark: Queen Elisabeth National Park. Prachtige grote lodge waar we goed zullen slapen. Denken we. Nadat de Moskeeën stil zijn geworden, omgeven door natuurgeluiden. Totdat we om 2 uur ‘s nachts gewekt worden door vele blikken trommels en honden. Dit houdt uren aan, maar met oordopjes ronken we uiteindelijk verder. De volgende dag eens peilen wat dat was. Blijkt dat de inwoners van het nabijgelegen plaatsje ‘s nachts de olifanten verjagen als ze te dicht bij het dorp komen, ze moeten de oogst beschermen. Vooral de baby-olifantjes zijn nogal onstuimig en lastig weg te krijgen.

Na een paar safaris hier, gaan we verder, naar de grens met Democratische Republiek Kongo. Hier zijn we speciaal om naar boomklimmende leeuwen te zoeken. Helaas, niet gevonden, zitten waarschijnlijk in Kongo lekker te chillen in de bomen, ver weg van de toeristen.

Onze laatste wildernisplek is Lake Mburo. Boottochtje wegens onweer gecancelled, bleek ook niet veel toe te voegen aan onze eerdere twee boottochtjes. Gelukkig gaat het weer wat beter met de enkels van Ilse,  we hebben een leuke wandelsafari gedaan. Ook het een en ander geleerd, je moet hier flink wat koeien bezitten als je als man met de vrouw van je dromen wil trouwen. Je moet ook niet wijzen naar koeien, want dan denkt de boer dat je ze wil stelen. Ook foto’s maken van hun koeien waarderen ze niet, maar bij afwezigheid van een boer kon ik de verleiding niet weerstaan vanwege die mooie grote hoorns.

Oeganda – Kidepo naar Budongo

Na 6 uur stuiteren over de slechte wegen komen we aan in Kidepo valei. Dat onze Safari-auto al enigszins bejaard is, verhoogd ook het comfort niet.
Kidepo is een steppe-gebied helemaal in het noorden van Oeganda. Zoals de naam al zegt, een uitgestrekte valei, ingeklemd tussen bergen. Een mooie plek om het plaatselijk wild te bewonderen. Maar eerst slapen. Dat doen we in tenten. Nu zijn we niet zo van het kamperen, maar dit is het betere werk: grote robuuste tenten met aangebouwd sanitair. Gelukkig maar, want er lopen wel wat wilde dieren hier. Iets hoger gelegen, dus een schitterend uitzicht over de vallei.

Safari-tijd! In de ochtend en avond op safari! Drie keer met de auto, en één keer lopend. Zeker lopend is gaaf. Sta je ineens oog in oog met giraffes… Gelukkig gaat er wel een gewapende ranger mee, die je zoveel mogelijk uit de buurt houdt van de duizenden buffels, het grootste gevaar bij een wandeling. Die beesten zijn over het algemeen wat humeurig…
Ondertussen is de regentijd begonnen, eerder dan verwacht. Dit betekent dat niet alle wegen meer begaanbaar zijn, zeker niet met ons safari-busje, ook al heeft hij vierwielaandrijving. Onze chauffeur/gids mompelt regelmatig: end of road, als de modder te diep is… keren en een andere weg zoeken.
Einde van de rit kwamen we aan bij een witte stalen barak. Geen idee wat we daar doen. Onze gids babbelt even met de bewoner. Die kleedt zich snel om en komt met mitrailleur om zijn nek weer naar buiten. Of we hem willen volgen, en hij verdwijnt in het hoge gras. Wij erachteraan. Blijkt uit te komen bij een punt waar je een grote groep olifanten voorbij ziet schuivelen. Wat een verrassing! De terugweg door het hoge gras was nog even spannend, een paar olifanten wilden ook net op dat moment daardoorheen steken, we moesten even de pas erin zetten om niet in de weg te lopen.
Vlakbij was ook een hoge rots, waar vaak een leeuw zat, maar die had hij al een paar maanden niet gezien. Een van de medewerkens van ons kampement wel die nacht, die moest zich even snel verstoppen…..

Na twee dagen Safari weer 8 uur stuiteren in de auto, naar de Murchison falls. Laatste deel eindelijk weer asfalt, maar heeeel veel harde kleine hoge drempels waarbij de vullingen uit je kiezen springen. Altijd setjes van vier, voor maximaal effect.

Aldaar een ochtendsafari, watervalletje, en boottochtje. Okee, dat ‘watervalletje’ was wel een van de meest imposante en krachtige watervallen die we gezien hebben, 7 meter breed bulderend naar beneden. Het boottochtje was op de Victorianijl, vol met (heel veel) nijlpaarden en krokodillen. Niet zwemmen en duiken dus..

Ze hanteren hier ‘Afrikaanse tijd’ en ‘Mazungu (blanke)’ tijd. Daar waar Mazungu tijd precies is, is de Afrikaanse tijd wat ‘flexibeler’. 5 minuten is in de praktijk tussen een kwartier en een paar uur. Afspeken om 6:00 betekent ergens tusssen 6:30 en 8:00. Onze  chauffeur/gids doet echter streng aan de Mazungu tijd: 6:00 ontbijt en 6:30 vertrekken. Niet onderhandelbaar…

Dat wat een hoogtepunt had moeten worden was een Chimpansee trekking. Te voet vroeg op pad om chimpansees te zoeken. Eenmaal gevonden dan blijf je een paar uur in de buurt hangen om hun dagelijkse activiteiten te mee te maken. We starten vanaf een ‘Chimpansee Habitation Centre’.
Don, onze gids aldaar, zet er flink de pas in door de jungle om ze te zoeken, gevolgd door ons. Taktiek: luisteren en alle Vijgenbomen met rijpe vruchten afgaan. Na vier uur struinen nog geen spoor van de Chimps. Totdat Ilse blijft haken achter een wortel/tak/liaan en op de zijkant van haar enkels landt…  Twee verzikte enkels. Don hakte een wandelstok van een liaan, en Ilse weet met pijn en moeite de weg te bereiken, waar onze auto reeds staat te wachten. Geen ijs in de jungle dus koelen met doeken en water. Ilse heeft nu twee hele opgezwollen, blauwe en pijnlijke enkels. Voorlopig geen wandelingetjes dus. Gelukkig zijn de meeste safaris per auto en boot, en dat gaat nog.

Oeganda – Kampala naar Moroto

Daar gaan we dan. Net na middernacht in een aftantse auto op een nog aftantsere weg richting ons hotel. We zijn een paar uur daarvoor geland in Oeganda. In het hotel worden we opgewacht door een forse slaperige vriendelijke vrouw die ons naar onze kamer leidt. Een niet al te groot hokje als aanbouw aan groot huis, ooit bezoekerscentrum van een advocaten kwekerij. Wc onder de trap en drie paar schuifdeuren. Naar keuze een of meerdere: gaas, glas, of tralies.
We delen de kamer met een paar flinke spinnen en andere insecten. Ons welkomcomitee.
De volgende dag openbaart de schoonheid van deze plek: een tuin aan de punt van een schiereiland aan het majestueuze Victoriemeer. Drie kanten uitzicht op het meer met kleine vissersbootjes. En in de tuin   tientallen knetterende piepende  krijsende, zingende, al dan niet kleurrijke vogels. Oranje, blauwe, Ibissen, Ooievaars, IJvogels. Noem maar op.
Hoe mooi de tuin ook is, we willen meer zien. Met een plaaselijke gids een rondje gelopen en naar het ‘forest’ dat grotendeels al gekapt was. Langs een vervallen hotel, door naar wat aapjes, die zojuist  door de plantage eigenaar van zijn landje verjaagt werden… Al met al best leuk rondje om het land te leren kennen.

De volgende dag worden we door onze tourguide/chauffeur waar we de komende weken mee op pad gaan opgepikt. Op weg naar de Bron van de Nijl. Al zijn de discussies nog gaande wat de echte bron is, hebben de Britten lang geleden al bepaalt dat deze in Jinja ligt, waar het Victoriemeer overgaat in de Nijl. Leuk boottochtje gemaakt en een vissersdorpje bezocht. Overal grote zeildoeken met kleine visjes die liggen te drogen met kippen die daar weer kleine garnaaljes tussenuit pikten. Ik weet niet of de kippen ook extra smaak toevoegen.


De britten hebben hier in de koloniale tijd een klein aantal spoorwegen aangelegd, voor de transport van katoen, waarvan de belangrijkste (Lunatic rail) helemaal via Kenia naar de kust loopt. Dit leerden we in het spoorwegmuseum, gevestigd in een oud stationnetje. Het bouwen zelf lieten ze aan Indiërs over, waarvan er velen het helaas niet konden navertellen, mede doordat de leeuwen de arbeiders ook wel een lekker hapje vonden.

Ook de volgende dag in Sipi was educatief, naast een drietal watervallen, werd ons alles bijgebracht over koffie (leuk weetje: je kan thee maken van de schillen van de koffiebesjes). We moesten ons bewijzen door onze eigen koffie te maken. Van boon ontschillen, via branden, malen, naar bakkie koffie. Hoop werk voor een matig bakkie, maar wel leuk om een keer te doen….

Vanaf daar verder naar het noorden. Asfalt maakt plaats voor rode onverharde wegen met kuilen. Bakstenen huizen maken plaats voor lemen huizen en rieten hutten. Kleding wordt traditioneler. Wegen worden leger. Doel voor vandaag: Moroto. In deze buurt leven nog veel stammen, verwand aan de Masai, volgens aloude tradities. Hun enige bezit een doek en een stok. En wat vee. Één van hen heeft het tot gids geschopt en liet ons een dorp/stam zien. Terwijl de kinderen verwonderd naar onze foto’s en poncho’s keken, keken wij verwonderd naar hun dansen. Terug van de markt gaan ze namelijk met een groepje dansen en springen! En hoog springen die mannen! Hoe hoger, hoe meer kans op (meerdere) vrouwen, dus dat motiveert wel.
Onze auto verzakte aldaar, maar met hulp van de mannen daar waren we weer vlot op weg.